Begeleiding

We begeleiden de leerlingen intensief. Daarbij kijken we naar gedrag, naar de sociaal-emotionele ontwikkeling, de leren-leren ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. Onze leerkrachten doen dat in de klas samen met een onderwijsondersteuner. Ook is een multidisciplinair team betrokken, met daarin een onderwijskundig begeleider, een gedragswetenschapper, en soms ook onze schoolmaatschappelijk werker. Zij ondersteunt gezinnen als daar behoefte aan is of kan opvoeders meenemen in het vinden van hulpverlening of ondersteuning bij opvoedvragen.

PBS

Positive Behaviour Support (PBS) is een methodische werkwijze die altijd en overal in de school aanwezig is. PBS richt zich op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Leerlingen laten soms ongewenst gedrag zien, doordat zij niet precies weten wat er van hen verwacht wordt of zich er niet van bewust zijn dat het ertoe doet hoe zij zich gedragen. Daarom wordt bij PBS gewenst gedrag expliciet benoemd en gestimuleerd. Een kind krijgt (zelf)vertrouwen, durft verantwoordelijkheid te nemen en voelt zich veilig als het positief wordt benaderd.

We hebben voor PBS gekozen vanuit de visie dat een positief schoolklimaat en een positieve benadering voor onze leerlingen voorwaarden zijn om zich optimaal te ontwikkelen op alle gebieden.

Om PBS in de praktijk vorm te geven hanteren we de volgende uitgangspunten:

  • Het hanteren van heldere gedragsverwachtingen in de hele school;
  • Het visualiseren van gedragsverwachtingen in alle ruimtes;
  • Het systematisch aanleren van gewenst gedrag;
  • Het bekrachtigen van gewenst gedrag;
  • Het consequent omgaan met ongewenst gedrag.

De positief geformuleerde gedragsverwachtingen die we naar onze leerlingen benoemen, zijn gebaseerd op onze kernwaarden: Verantwoordelijkheid, Vertrouwen en Veiligheid.

OPP en Handelingsdeel

Om de begeleiding goed en planmatig vorm te geven, maakt de leerkracht voor iedere leerling jaarlijks een OPP (Ontwikkelings-perspectiefplan). Daarin staat hoe en waar naartoe we de leerling begeleiden. Tweemaal per jaar evalueren de leerkracht en de ondersteuner het OPP met het multidisciplinaire team en uiteraard met de ouders of opvoeders. Het Handelingsdeel van de leerling is een beknopt document waarin staat hoe in de klas met de leerling wordt gewerkt aan de doelen uit het OPP.

Rots & Water

De methodes Rots & Water en Kwink richten zich op het aanleren van sociale vaardigheden. Deze lessen vormen op De Musketier een vast onderdeel van het lesprogramma.

De Kameleon

Leerlingen waarbij de boosheid of frustratie oploopt kunnen bij De Kameleon terecht. Eerst proberen we het in de klas op te lossen, en soms helpt het als een leerling even in een andere klas mag zijn om uit zijn boosheid of frustratie te komen. Als dit niet helpt, neemt De Kameleon de leerling over. In De Kameleon kan de leerling lezen, spelen of gewoon even in een kussen zitten of liggen. De ondersteuner die op De Kameleon werkt, probeert op een manier die bij de leerling past te zorgen dat hij of zij op een goede en rustige manier terug kan komen in de klas.

Mede daarom heet deze plek ook De Kameleon: zoals een Kameleon zich aanpast aan zijn omgeving, probeert ook de ondersteuner aan te sluiten bij wat de leerling nodig heeft. En zoals een kameleon van kleur verandert, proberen we ook de leerling te helpen om zijn of haar gedrag te veranderen.

Daarnaast hebben alle klassen in de school een eigen kleur. Deze kleuren komen terug in onze Kameleon: die is er voor iedereen.

Commissie voor de Begeleiding

De Commissie voor de Begeleiding (CvdB) bestaat uit de gedragswetenschapper, de onderwijskundig begeleider, de schoolmaatschappelijk werker en de directie. Leerkrachten en ondersteuners met hulpvragen of zorgen over een leerling of een klas kunnen dit bij de CvdB aangeven. In een tweewekelijks overleg bespreekt het CvdB deze vragen, stelt waar nodig ondersteuningsplannen op en geeft adviezen.

Externe begeleiding

Voor sommige leerlingen vragen we een individuele begeleider aan bij externe organisaties. Het doel van individuele begeleiding is doorgaans dat de leerling zich zo ontwikkelt dat hij of zij na verloop van tijd weer zonder individuele hulp kan functioneren in de groep. In veel gevallen is de begeleider in de klas aanwezig, maar voor sommige kinderen is het beter om naar een individuele werkplek te gaan, bijvoorbeeld omdat er in de klas te veel prikkels zijn. Ook kan de ondersteuner buiten de klas blijven en is hij of zij beschikbaar voor de leerling als dat nodig is.

Met PBS wordt gewenst gedrag expliciet benoemd en gestimuleerd.